Kwaliteiten van leerlingen; 

kijken we wel goed?

Geschreven door Marieke van Roy

Ieder kind heeft eigen interesses, ideeën en kwaliteiten. Deze kenmerken van kinderen helpen ons in het onderwijs om goed aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften die leerlingen hebben. Zo kunnen de cognitieve kwaliteiten o.a. ontdekt worden door kinderen allerlei (schoolgebonden) toetsen  of genormeerde testen aan te bieden. Je weet dan hoe een kind deze test heeft uitgevoerd in vergelijking met anderen die diezelfde toets/ test ook hebben gemaakt.

Toch kleven er aan het doen van testen ook nadelen. Zo zijn sommige kinderen minder goed in staat om bepaalde tests te maken, omdat ze bijvoorbeeld slecht lezen, faalangst hebben of zich moeilijk kunnen concentreren. Het is dan ook lastig om de scores van deze kinderen te vergelijken met ‘vergelijkbare’ anderen.

Bovendien zegt de voornamelijk kwantitatieve informatie die een test levert, ons niets over de gedachten en drijfveren die schuil gaan achter een score. Wanneer je in het onderwijs echt de tijd neemt om een kind te observeren én met hem/ haar in gesprek te gaan, kom je vaak meer te weten van die gedachten en drijfveren. Dit observeren en spreken is overigens lastiger dan we denken. Om écht onbevooroordeeld te kijken en te luisteren naar een kind dien je als leerkracht/ docent/ assistent/ interne begeleider of orthopedagoog díé vragen te stellen die aansluiten bij het kind en hem/haar vertrouwen geven maar ook uitdagen om oprecht te vertellen en zichzelf te laten zien. Het lastige aan dit observeren of spreken is niet alleen het objectieve element van het onbevooroordeeld kijken en luisteren. Tijd is ook vrijwel altijd een beperkende factor. Vooral bij grote groepen, combinatiegroepen en groepen met veel zorgleerlingen is het lastig om tijdens of naast de lesgeefactiviteiten genoeg tijd vrij te maken om de veelheid aan interesses, ideeën en kwaliteiten van leerlingen te ontdekken.

Daarnaast is het zaak dat elke leerkracht/ docent/ assistent/ interne begeleider of orthopedagoog zich bewust is van de eigen gedachten/ houding en vaardigheden in interactie met het kind. Zo weten we dat als deze professionals een lage verwachting hebben van een kind, dit kind zich vaak gaat voegen naar deze verwachting. Maar om werkelijk hoge verwachtingen te uiten naar een leerling, dien je dit als professional ook daadwerkelijk te menen. Het is tevens van belang dat je als professional naast hoge verwachtingen uiten, je eigen professionele handelen en denken onder de loep neemt, opdat je nagaat welk eigen gedrag heeft bijgedragen aan de resultaten van de leerlingen. Deze resultaten hoeven overigens niet alleen leerresultaten te zijn. In het onderwijs leren we leerlingen namelijk niet alleen wat ze moeten weten; we hebben ook de opdracht om leerlingen te leren hóé ze moeten leren en werken en hoe ze zich daarbij kunnen gedragen.

Dit vergt dat we als professionals oprecht en integer met elkaar bespreken waar we tegenaan lopen, welke handelingen we hebben ingezet en welke gedachten we hebben bij de manier waarop we de doelen willen bereiken bij onze leerlingen.

Indien we leerlingen dus echt willen helpen om hun kwaliteiten te ontwikkelen, is het zaak dat we niet alleen onze leerlingen écht zien en horen; we moeten ook veel oog hebben voor onze eigen kennis, vaardigheden en houding in interactie met elk kind. En als we als professionals onze eigen houding, gedachtes en handelingen in interactie met de objectieve beelden en uitspraken van de leerlingen zelf centraal gaan stellen in onze leerlingbesprekingen, zorgen we voor een optimaal lerend klimaat op school. Dan pas werken we echt samen aan een collectief lerende school. Een school waarin we de kwaliteiten van leerlingen voorop stellen in plaats van de tekortkomingen.

Meer lezen? Bekijk de volgende artikelen:

https://decorrespondent.nl/7152/waarom-veel-slimme-kinderen-het-toch-niet-redden-op-school/494925552-50b583d2

http://www.tijdschriftvoororthopedagogiek.nl/assets/Event2016/2015januari-5-14-Meijer.pdf

 

Over de auteur:

Marieke van Roy is onderwijskundige, docent, adviseur, onderzoeker, auditor en onderwijsspecialist. Zij is als (hoofd)docent en voorheen toetsdeskundige verbonden aan SPO, RuG, PPO en UPO-G. Voor Hobéon neemt ze zitting in auditpanels in het hoger onderwijs. Bij Effectief Onderwijs is Marieke opleidingscoördinator van het Noordelijk Onderwijsgilde en daarnaast o.a. betrokken bij diverse audits in diverse schoolsoorten.